I like big butts and I cannot lie

Ok, een beetje gekke titel, maar ik vind die dikke billen van Gerrit gewoon echt de knapste. Al zit er ook een flink nadeel aan. Ik zag laatst een afbeelding van een paard met de titel: ‘the only one who can fart in your face… and get away with it’. Het erge is: het is gewoon waar! Mag ik barsten: als een mens dat zou doen, kan die een klap aan z’n kop krijgen (of in ieder geval een héle smerige blik en een hoop kabaal, getier en gevloek – want: gadverdamme!!). Maar als Gerrit het doet, denk ik eerst even: ‘he bah’ maar ook gelijk: ‘Ach moest je even wat kwijt jongen? Goed zo, laat maar gaan.’ Belachelijk gewoon nu ik erover nadenk… Net zo idioot als een baby de hemel inprijzen wanneer hij een boertje laat na het eten. Ik hoor ouders wel eens: ‘Aaaah wat knap van jou! Wat een grote jongen!’ . Alsof hij een verdomde Nobelprijs heeft gewonnen. Ja hoor, heel knap zo’n boertje… Zou een volwassen kerel dat doen, dan vind je hem een viezerik en onfatsoenlijk. Maar ik realiseerde me ineens dat ik dus kennelijk hetzelfde doe, alleen dan bij mijn paard. Vreemde wereld…

Ik ben er overigens wel van overtuigd dat Gerrit het expres doet. Hij presteert het namelijk nét iets te vaak om zo’n lekkere verse jongen in mijn richting te blazen op momenten dat ik er niet op bedacht ben. Vaak kijkt hij dan ook nog even achterom, zo van: had je dat wel door? Ja, die had ik zeker door. En bedankt! Tijdens het poetsen weet ik gewoon dat het eraan komt. Dan begint het te pruttelen en te rommelen in zijn buik, niet te missen. Maar hij doet het nooit wanneer ik hem kriebel in zijn hals of zijn hoefjes voor aan het uitkrabben ben. Nee dat móet dan gebeuren wanneer ik achter hem sta. Joepie!

Sinds kort staat hij ergens anders, wel op dezelfde manege, maar in een andere gang. Hoewel hij hartstikke goed op zijn oude plek stond, met veulentjes tegenover hem, vind ik het ook heel leuk dat hij nu in deze gang staat. Gezellige mensen en gezellige paardjes, kortom vriendjes genoeg!! We hebben nu wel een kleine uitdaging, of liever gezegd, ik heb een kleine uitdaging. Ik kan hem niet meer aan beide kanten van zijn halster vastzetten, dus zijn bewegingsruimte tijdens het opzadelen is nogal toegenomen. Dat is niet zo handig wanneer ‘Vreetzak’ de tweede naam van je paard is.

Aan de kanten! Daar ligt hooi en als ik dat nu niet opeet dan vergaat de wereld. Snap je dat nou niet?!

Ik hoor hem gewoon denken: ‘Oh daar ligt een inimini, piepklein, frummelsplintertje hooi, dat móet ik opeten. Oh sorry stond ik op je teen? Ja dan moet je daar maar niet gaan staan hoor. Hè, waarom sta je nou zo onhandig tussen die muur en mijn billen gepropt? Nu kan ik me niet verder omdraaien en ik zal toch echt even in dat hoekje moeten snuffelen, misschien ligt daar nog iets wat ik kan eten. Zeg eens eerlijk, heb jij een snoepje in je broekzak? Ik ruik het wel! Nou kom op, hier met dat snoepje!’  Loopt vervolgens vol overgave mijn kant op (want dat kan dus) en drukt me bijna omver. Mijn liefde voor hem is ongeveer net zo groot als zijn liefde voor eten. En geloof me, die is groot!

En ach, als ik dit jaar nog een paar scheetjes moet trotseren, dan doen we dat maar.

Aanbevolen artikelen